vrijdag 2 december 2011

Exerceren

Nu ik een absoluut schiet- en lawaaiverbod had, kon ik heerlijk mijn gang gaan zonder dat er veel consequenties aan zaten. Ik had al allerlei dingen bedacht waar ik nu onderuit zou kunnen komen, zoals de schietbaan en veldoefeningen waarbij geschoten kan worden. Maar exerceren zat er niet bij.

Het exerceren ging tot nu toe nog niet erg goed. Ook niet zo gek bij een zooitje ongeregeld die nog geen twee weken aan het oefenen zijn. Met mijn briefje op zak, begonnen we aan een nieuwe dag van exerceren. Het begon op het exercitieterrein. We moesten met 3 man naast elkaar gaan staan en vanaf dat moment begon de sergeant te brullen wat wij moesten doen.
“Voorwaartssssss . . . Marsssss.”
Gijs en ik konden niet naast elkaar lopen. Ik was een kop groter dan Gijs en het exerceren ging op lengte. Kleine jongens voorop en grote jongens achteraan. Ik liep samen met een ander geheel achteraan. Het in de maat lopen met elkaar ging steeds beter. Al probeerde ik de lotgenoot naast me uit de maat te krijgen. Soms lukte dat en soms ook niet.
“Peloton . . . Linksssssss . . . Om.”
Dit gaat nog allemaal goed en zoals het hoort. Mijn gedachten schieten alle kanten op om het exerceren in de war te schoppen. Maar dan wel op een leuke manier en niet dat mijn maten er de dupe van zijn. Er schiet mij helemaal niets te binnen.
“Peloton . . . Linkssssss . . . Om.”
Ik krijg een grote glimlach om mijn mond. Nu we 2 keer linksom zijn gegaan, loop ik niet meer achteraan, maar helemaal vooraan. Dat bied leuke mogelijkheden. De maat naast mij ziet mijn glimlach.
“Je doet het niet, hoor.” fluistert hij.
Ik kijk hem even aan en zie ook bij hem een grote glimlach.
“Peloton . . . Halt.”
Tja, ik hoor erg slecht, volgens het briefje.
En ik loop vooraan, dus niemand voor me die ik kan volgen.
Dus loop ik gewoon door.
Als enige.
Ik hoor nog wat geschreeuw achter me, maar ik kan het door mijn slechthorendheid niet verstaan. Het duurt dan ook niet lang of ik hoor de snelle, zware voetstappen van de sergeant achter me. Hij haalt me in en gaat voor me staan, met zijn gezicht naar mij toe. Zijn gezicht kijkt niet vriendelijk.
“Heb je me niet HALT horen roepen?” vroeg de sergeant nog zo vriendelijk mogelijk.
Zonder een woord te zeggen pakte ik het briefje wat ik van de dokter had gehad en liet het aan de sergeant zien.
“Wat heb ik nu aan een briefje waar op staat dat jij een schiet- en lawaaiverbod hebt? Daar valt exerceren niet onder.”
“Dat schiet- en lawaaiverbod heb ik gekregen omdat ik nogal doof schijn te zijn. De dokter kan je daarover vast meer vertellen.”
De sergeant keek mij even aan. Ik zie die grijze massa van hem in werking komen. Iets wat best uitzonderlijk is, want het eerste wat je geleerd word als dienstplichtig militair is dat je zelf niet na mag denken. Nu zal hij niet dienstplichtig zijn, maar een militair is hij wel.
“Oh, mijn hemel.” zei de sergeant zachtjes, “En dat heb ik weer.”

Bij de volgende exercitieoefening mocht ik niet meer mee doen. Dat was besloten door de sergeant, zijn meerdere en mijn arts. Ik moest wel aanwezig zijn en mocht aan de zijkant van het exercitieterrein kijken hoe het peloton de exercitieoefeningen deden.
Best wel een leuk gezicht, eigenlijk . . .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten