woensdag 7 december 2011

Onbekend nummer?

Mijn mobiele telefoon gaat over.
Ik kijk wie mij belt en er staat ‘onbekend nummer’ op mijn schermpje.
Het is vast weer zo’n bedrijf dat dingen per telefoon wilt verkopen.
Met een glimlach neem ik op, want ik heb hier zin in . . .

“Goedemorgen, meneer.” zegt een lief vrouwelijk stemmetje, “Ik ben ***** van **** en we hebben een leuke aanbieding voor u.”
“Voor u uw verhaal gaat spuien, heb ik een vraag. Mag dat?”
“Natuurlijk, meneer.”
“Heeft u wel eens van het ‘bel-me-niet-register’ gehoord?”
“Ja, dat heb ik. Maar daar hebben we het straks, aan het eind van het gesprek, nog wel over.”
“Ik wilde daar eigenlijk mee beginnen. Is het niet zo dat als iemand zich daar heeft aangemeld, die persoon dan verschoond blijft van dit soort telefoontjes? Met ander woorden, u moet eerst dat register raadplegen en als de persoon die u wilt gaan bellen er op voorkomt, dan mag u hem niet bellen. Klopt dat?”
“In grote lijnen wel, meneer.”
“Dat is mooi, want ik sta er al vanaf de eerste dag op. U heeft dus niet die lijst geraadpleegd voor u mij ging bellen.”
“Dat hoeven wij ook niet, meneer.”
“Dat moet elk bedrijf, waarom u dan niet?”
“Dat zal ik u uitleggen. Mijn collega’s en ik krijgen een lijst. Op die lijst komen alleen maar namen voor die niet op het bel-me-niet-register voorkomen.”
“Dan mag u straks de leverancier van die lijst wel eens gaan bellen, want ik kom wel degelijk op de lijst van bel-me-niet-register voor.”
“Ik ga er vanuit dat zij hun werk goed doen, meneer. Maar wij mogen ook mensen bellen die in het verleden zaken met ons hebben gedaan.”
“Ik begin dan vast oud en seniel te worden, want ik kan me niet heugen dat ik ooit zaken met jullie gedaan heb.”
“Dat geloof ik niet, meneer. U komt helemaal niet oud en seniel over.”
“Dank u. Maar kunt u mij dan verklaren hoe u aan mijn telefoonnummer komt? Want ik sta in het bel-me-niet-register en heb nog nooit zaken met jullie gedaan.”
“Ik zou het niet weten, meneer. Misschien uit een telefoonboek?”
“Dat vraagt u aan mij? Dat behoort u te weten. En dit telefoonnummer staat niet in een telefoonboek, is niet bekend bij inlichtingen van telefoonmaatschappijen.”
“Misschien van internet dan?”
“Op internet komt dit telefoonnummer ook niet voor.”
“Ik zou het echt niet weten, meneer. Dat regelt een andere afdeling en levert ons de lijsten met telefoonnummers aan en waar zij de telefoonnummers vandaan halen weet ik niet.”
“Weet u wat? Als u dat nu eens gaat achterhalen hoe jullie aan mijn telefoonnummer komen, dan mag u me later terugbellen om dat aan mij door te geven.”
“Dat is mijn taak niet, meneer.”
“Het is wel uw taak om het bel-me-niet-register te negeren en mij bellen op dit telefoonnummer? Een telefoonnummer dat nergens bekend is, tenzij ik het zelf heb doorgegeven. Dan lijkt het mij toch heel normaal als ik vraag hoe uw bedrijf aan dit telefoonnummer komt, want op een legale manier is het niet mogelijk om aan dit telefoonnummer te komen.”
“Ik heb geen idee, meneer.”
“Ik ook niet, maar wil het wel weten.”
“Ik kan u niks beloven, meneer. Maar ik zal het gaan proberen voor u. Mag ik nu dan terugkomen op de leuke aanbieding voor u?”
“Nee, dat mag u pas nadat u mij heeft verteld hoe uw bedrijf aan mijn telefoonnummer is gekomen. We hebben al een aantal dingen uitgesloten. Ik sta in het bel-me-niet-register, ik heb nooit zaken met jullie gedaan, ik heb dit telefoonnummer nooit aan jullie doorgegeven, dit telefoonnummer staat niet in het telefoonboek en dit telefoonnummer komt niet op internet voor.”

Verbaasd kijk ik naar mijn telefoon . . .
Ze heeft de verbinding verbroken . . .
Zou ze het doorhebben dat ik uren kan kletsen zonder dat zij haar verkooppraatje kan vertellen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten