donderdag 1 december 2011

Mobiele telefoon

Jaren heb ik het tegen kunnen houden om zo’n ding aan te schaffen. Ik weigerde pertinent om zo’n onding aan te schaffen. Ik was vrijheid gewend en dat wilde ik zo houden. Onder druk van vriendin of vrouw zag ik verschillende vrienden met een mobiele telefoon lopen.
In het begin deden ze er stoer mee. Trots lieten ze hem zien. Ik kon alleen maar mijn schouder ophalen en ze wijzen op de nadelen die er zeer zeker zijn. Zij waren het niet met mij eens en zagen alleen maar de voordelen ervan.

Als er een gesprek binnen kwam, of wanneer ze zelf belden, moest iedereen het horen, want ze schreeuwden gewoon in de telefoon. Soms dacht ik wel eens dat ze voor de ander beter zonder de telefoon waren te verstaan, dan met telefoon. Als er één in de telefoon begon te blèren, vlogen 3 kilometer verderop de mussen verschrikt weg. De omstanders werden spontaan doof van andermans telefoongesprek.

Over doof gesproken . . .
Ik werkte wel eens met iemand samen die lawaaidoof was en ook zo’n mobiel ding op zak had. Hij werkte in een kamer en ik 2 kamers verderop. Als zijn mobiele telefoon over ging, dan moest ik de longen uit mijn lijf schreeuwen om hem te vertellen dat zijn telefoon ging. En steevast kwam dan de vraag . . .
“De mijne?”
In de beginperiode was het nog niet mogelijk om een andere beltoon erop te zetten. Met die telefoons, ik spreek nu van eind jaren ’80, kon je uitsluitend alleen maar bellen. Tegenwoordig stofzuigen ze nog net niet, maar vermoed dat er binnenkort een applicatie zal zijn die het mogelijk zal maken.

Een vriend van me begon te klagen over zijn mobiele telefoon. Niet dat er geen bereik was, wat toen best wel vaak voor kwam, maar dat zijn vrouw zo vaak belde. In het begin was het leuk om haar stem te horen, maar vanaf het moment dat ze vragen begon te stellen, werd het al snel minder.
“Waar ben je?”
“Hoe laat ben je thuis?”
“Als je toch naar huis komt, rij dan even langs de supermarkt en neem een zak dropjes mee.”
Het hoeven niet perse dropjes te zijn, kan ook iets anders onbelangrijks zijn.
“Hou je nog van mij?”
“Doe je voorzichtig?”
Die vraag kwam meestal als zij er achter kwam dat hij met de auto aan het rijden was.
En zo werd er een tiental keer per dag gebeld. En geen van die gesprekken had iets nuttigs, het houd je alleen maar van je werk.

Nee, ik had geen mobiele telefoon, en dat zou ik zo houden ook.
Als ik de deur uit was, dan zag M me wel weer verschijnen. Geen onzinnige gesprekken die mij van het werk houden. Niet voor een zak dropjes naar de supermarkt.
Lang leve mijn vrijheid !!

Maar ook ik moest er aan geloven . . .
M kreeg de mogelijkheid om een half jaar op Aruba te werken en die kans wilde ze niet laten gaan. En M vond het nodig dat ik een mobiele telefoon aanschafte. Ik was het niet met haar eens, ik zag mijn vrijheid al in rook op gaan. We hadden al afgesproken dat M daar ter plekke zou bekijken wat het beste tijdstip was om wekelijks een keer naar huis te bellen en dat vond ik wel genoeg.
Maar M voerde aan dat als er eens iets was en zij mij dringend moest spreken, dat ik dan bereikbaar moest zijn. Daar had ze wel een punt, al zag ik niet wat ik zou kunnen doen op zo’n grote afstand.

Dus schafte ik ook zo’n labiel ding aan.
De meest simpele die er was, al was er niet veel keus. Angstvallig hield ik hem verborgen voor anderen. Ik wilde niet dat zij wisten dat ik zo’n onding had, want dan gaan ze me nog bellen ook. Vaak voor de meest onbenullige dingen, was mijn ervaring bij anderen.
Nee, ik wilde niet dat anderen het wisten.
M kent mij en had mijn nummer al aan familie doorgegeven, zodat zij mij konden bereiken als er iets was. Tegen mij vertelde ze dat ze dat gedaan had voor het geval dat M mij niet kon bereiken.

Toen M weer terug was van Aruba, is mijn mobiele telefoon in de kast verdwenen. Maanden later vroeg M waar mijn mobiele telefoon was, want ze kon me maar niet bereiken. Ik vroeg aan haar waarom ze mij belde en zij zei dat ik nog even iets moest halen in de supermarkt. Ik begon te lachen en M begreep waarom. Dit soort gesprekken wilde ik juist voorkomen.

In de 20 jaar dat ik nu mobiele telefoon heb, ben ik aan mijn 4e toestel bezig. En nog steeds gebruik ik hem erg weinig, het meest nog voor af en toe een sms’je. Vaak is de batterij leeg. Vaak ligt hij thuis als ik even de deur uit ben. Thuis ligt hij bij de pc en als ik aan het werk ben, waar dan ook in huis, laat ik hem lekker rinkelen als hij over gaat. Op dat moment ben ik bezig en wil ik daarmee doorgaan. Ik neem wel de ‘vaste’ telefoon op als die over gaat, maar dat nummer is maar bij een beperkt aantal mensen bekend.
De voicemail staat uit, want ik luister hem toch nooit af. Dat deed ik met antwoordapparaten ook niet.
Ik heb een vrij duur draadloos ‘oortje’ voor mijn mobiele telefoon. Maar ik gebruik hem zelden. Als ik aan het autorijden ben, neem ik gewoon niet op.

Zo ‘herwin’ ik langzaam mijn vrijheid terug !!

De mens kan niet meer zonder mobiele telefoon, denken ze. Alles doen ze er mee. Internetten, bankzaken, spelletjes en heel af en toe bellen ze er ook nog mee. Vaak worden ze ook als wekker gebruikt.
Ze zijn er gewoon mee vergroeid en zijn radeloos als ze hem niet kunnen vinden.

En wat dacht je van dit . . .
Een derde van alle Amerikaanse mobiele telefoonbezitters heeft liever een week lang geen seks dan een week lang geen mobiele telefoon.

I rest my case !!

1 opmerking:

  1. Heel erg herkenbaar. Ook bij mij is de meeste tijd de batterij leeg en zit die dagen in de la. De paniek bij andere heb ik met eigen ogen gezien, helemaal gek zijn ze geworden.

    Debby

    BeantwoordenVerwijderen