Tja, er word tegenwoordig op alles bezuinigd. Daarvan is het gevolg dat er steeds minder geld in de schatkist komt. Maar dat mag niet, anders komt Nederland straks in de gevarenzone van de Euro. Belastingen verhogen is niet de bedoeling van dit gedoogkabinet, dus moet het op een andere manier binnengehaald worden. Dus word de welbekende melkkoe weer van stal gehaald en worden de bekeuringen weer eens verhoogd . . .
Agenten zijn hier niet blij mee. Zij zijn degene die de bekeuring uit moeten schrijven en zijn bang dat er allerlei nieuwe namen naar hoofd geslingerd gaat worden. Maar ja, ze moeten wel, want ze moeten de niet bestaande bekeuringenquota halen, anders komt er te weinig geld binnen. En de gevarenzone van de Euro staat al om de hoek . . .
Een instantie denkt met de agenten mee en hebben het volgende bedacht . . .
Een instantie denkt met de agenten mee en hebben het volgende bedacht . . .
Hier zullen de agenten het ook vast niet mee eens zijn. Want hoe legt een agent uit aan de overtreder waarom de overtreder de volle mep moet betalen, terwijl de overtreder een dag eerder voor hetzelfde vergrijp een lagere bekeuring kreeg. Er zullen hele discussies aan de weg gaan ontstaan, want hoe bepaald iemand de gevaarzetting?
Een man word aangehouden door oom agent. De man had even getoeterd naar een voetganger die niet oplette en zo de weg op wilde lopen.
“Tja, meneertje.” zegt oom agent, “Dat word een bekeuring.
“Maar oom agent, ik mag toch toeteren als er gevaar dreigt?” zegt de overtreder onthutst.
“Dat kan u wel zeggen, maar ik vond niet dat er enig gevaar dreigde, dus toeterde u onnodig en dat is een bekeuring waard. Het is helaas niet anders. U had de voetganger beter 'niet handsfree' kunnen bellen. Die bekeuring is een stuk goedkoper.”
De overtreder loopt naar de voetganger waar hij voor claxonneerde en vraagt aan hem hoe hij het heeft ervaren. Of hij enig gevaar voelde.
“Ik ben blij dat u toeterde.” zegt de voetganger, “Anders had ik hoogstwaarschijnlijk onder uw auto gelegen.”
“Hoogstwaarschijnlijk.” zegt oom agent, “Dat betekend dat het niet zeker is. Zolang het niet een zeker gegeven is, is het niet nodig om te toeteren. Dus een bekeuring.”
“Maar juist omdat ik toeterde,” zegt de overtreder verontwaardigd, “ligt deze meneer niet onder mijn auto.”
“U kunt later altijd nog bezwaar indienen, als u het niet met de bekeuring eens bent.”
De overtreder slaakt een zucht en laat zijn schouders omlaag hangen. Het heeft geen zin om tegen oom agent in te gaan.
“Oké, hoe hoog is de bekeuring?”
“Dat weet ik nog niet. Nu zou ik de hoogte van de boete moeten bepalen, maar ik zie dat u nogal van slag bent en ik wil dat niet verergeren. U mag zelf de hoogte van de boete gaan bepalen.”
De overtreder kijkt oom agent met grote ogen aan. De vraagtekens groeien boven de hoofd van de overtreder.
“Hoe bedoeld u?”
“Het is heel simpel. U mag zelf de hoogte van de boete gaan bepalen. Maar als u dat doet, kunt u geen bezwaar meer maken.”
De overtreder denkt heel snel na. Als hij een bedrag noemt, van € 10,00 bijvoorbeeld, dan is het ook niet nodig om bezwaar te maken. En oom agent heeft gezegd dat de overtreder de hoogte zelf mag bepalen. De overtreder begint te glimlachen.
“Ik wil zelf wel de hoogte van de boete bepalen, oom agent. Ik vind dat een boete van € 10,00 hier wel gerechtvaardigd is.”
“Ho, ho, meneertje.” zegt oom agent, “Zo werkt het niet.”
“Maar . . . maar . . .” stamelt de overtreder, “Maar u zegt net zelf dat ik de hoogte van de boete mag bepalen.”
“Dat klopt, maar dat doen we op een andere manier.”
Oom agent draait zich om en loopt naar de achterkant van de politieauto. Hij pakt enkele spullen uit de kofferbak van de politieauto en zet het in elkaar.
“Zo, meneertje,” zegt oom agent, “Gaat u gang. Geef er maar een draai aan.”
De overtreder kijkt met grote ogen wat oom agent net in elkaar heeft gezet. Langzaam loopt hij er heen, hij kan zijn ogen niet geloven. Met één hand pakt hij het beet en geeft er een draai aan. Als het weer stil staat, kijken oom agent en de overtreder hoe hoog de boete is geworden.
“U heeft redelijk veel geluk.” zegt oom agent, “Het had veel hoger kunnen zijn.”
Een man word aangehouden door oom agent. De man had even getoeterd naar een voetganger die niet oplette en zo de weg op wilde lopen.
“Tja, meneertje.” zegt oom agent, “Dat word een bekeuring.
“Maar oom agent, ik mag toch toeteren als er gevaar dreigt?” zegt de overtreder onthutst.
“Dat kan u wel zeggen, maar ik vond niet dat er enig gevaar dreigde, dus toeterde u onnodig en dat is een bekeuring waard. Het is helaas niet anders. U had de voetganger beter 'niet handsfree' kunnen bellen. Die bekeuring is een stuk goedkoper.”
De overtreder loopt naar de voetganger waar hij voor claxonneerde en vraagt aan hem hoe hij het heeft ervaren. Of hij enig gevaar voelde.
“Ik ben blij dat u toeterde.” zegt de voetganger, “Anders had ik hoogstwaarschijnlijk onder uw auto gelegen.”
“Hoogstwaarschijnlijk.” zegt oom agent, “Dat betekend dat het niet zeker is. Zolang het niet een zeker gegeven is, is het niet nodig om te toeteren. Dus een bekeuring.”
“Maar juist omdat ik toeterde,” zegt de overtreder verontwaardigd, “ligt deze meneer niet onder mijn auto.”
“U kunt later altijd nog bezwaar indienen, als u het niet met de bekeuring eens bent.”
De overtreder slaakt een zucht en laat zijn schouders omlaag hangen. Het heeft geen zin om tegen oom agent in te gaan.
“Oké, hoe hoog is de bekeuring?”
“Dat weet ik nog niet. Nu zou ik de hoogte van de boete moeten bepalen, maar ik zie dat u nogal van slag bent en ik wil dat niet verergeren. U mag zelf de hoogte van de boete gaan bepalen.”
De overtreder kijkt oom agent met grote ogen aan. De vraagtekens groeien boven de hoofd van de overtreder.
“Hoe bedoeld u?”
“Het is heel simpel. U mag zelf de hoogte van de boete gaan bepalen. Maar als u dat doet, kunt u geen bezwaar meer maken.”
De overtreder denkt heel snel na. Als hij een bedrag noemt, van € 10,00 bijvoorbeeld, dan is het ook niet nodig om bezwaar te maken. En oom agent heeft gezegd dat de overtreder de hoogte zelf mag bepalen. De overtreder begint te glimlachen.
“Ik wil zelf wel de hoogte van de boete bepalen, oom agent. Ik vind dat een boete van € 10,00 hier wel gerechtvaardigd is.”
“Ho, ho, meneertje.” zegt oom agent, “Zo werkt het niet.”
“Maar . . . maar . . .” stamelt de overtreder, “Maar u zegt net zelf dat ik de hoogte van de boete mag bepalen.”
“Dat klopt, maar dat doen we op een andere manier.”
Oom agent draait zich om en loopt naar de achterkant van de politieauto. Hij pakt enkele spullen uit de kofferbak van de politieauto en zet het in elkaar.
“Zo, meneertje,” zegt oom agent, “Gaat u gang. Geef er maar een draai aan.”
De overtreder kijkt met grote ogen wat oom agent net in elkaar heeft gezet. Langzaam loopt hij er heen, hij kan zijn ogen niet geloven. Met één hand pakt hij het beet en geeft er een draai aan. Als het weer stil staat, kijken oom agent en de overtreder hoe hoog de boete is geworden.
“U heeft redelijk veel geluk.” zegt oom agent, “Het had veel hoger kunnen zijn.”
John de Mol ziet hier gelijk een kijkcijferhit in. Eerst word door de overtreder, voetganger en oom agent de overtreding nagespeeld en dan mag de overtreder aan het "Rad der Bekeuringen" draaien. Uiteraard wil John de Mol hier dan meer bedragen op hebben. Eindelijk een show waar de mensen geen prijs winnen, maar een prijs moeten betalen . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten