woensdag 28 december 2011

Soms mis ik het best wel

Soms mis ik het best wel, mensen die mij via de telefoon wat trachten te verkopen.
Ik sta vanaf het begin al in het ‘bel-me-niet’ register, maar dat heeft nooit een enkel effect gehad. Na een gesprek wijzen ze je er wel op, maar het lijkt me slimmer dat ze er zelf ook eens gebruik van maken vóór ze gaan bellen. Dan kunnen ze zien dat ik er op voor kom en mij dus niet hoeven te bellen.
Maar ja, dan mis ik die fijne gesprekken. Het wedstrijdje dat we voeren. Al weten zij niet dat ik daar mee bezig ben. Zij trachten mij iets te verkopen, met of zonder een gewonnen prijs, en ik tracht zoveel mogelijk aan het woord te zijn, zodat zij eigenlijk geen kans krijgen om te vertellen waarvoor zij bellen. Is ook niet echt noodzakelijk, want ik weet dat ze mij trachten iets aan te smeren wat ik totaal niet nodig heb.
“Goedemorgen.”
“Goedemorgen. U spreekt met. . .”
“Ohw, bent u weer zo’n telefonische verkoopster?”
Het is zo leuk om iemand uit zijn/haar verkooppraatje te halen. Dan beginnen ze vaak te stamelen en weten niet goed meer wat ze moeten zeggen.
“Ehhh. . . Nee, ik verkoop u niks. Ik wil alleen maar melden dat u een prijs heeft gewonnen.”
“Goh, dank u. Stuur hem maar op. Fijn dat u mij daar speciaal voor belt.”
“Nou. . . We kunnen hem nog niet opsturen, meneer.”
“Dat komt vast omdat u mijn adres niet weet.”
“Ook dat, maar u moet er nog wel iets voor doen.”
“Dat snap ik. Ik moet even mijn adres opgeven en dan kan u mijn gewonnen prijs opsturen.”
“Ja. . . Nee. . . “
“Wat is het nu? Ja of nee? Heb ik die prijs nu wel of niet gewonnen?”
“Ja, die prijs heeft u gewonnen, maar . . .”
“Stuur hem maar op, ik zal u mijn adres geven. Meer hoef ik niet te weten en meer hoeft u  niet te weten.”
Opeens kreeg ze waarschijnlijk een geniale ingeving.
“Ik zal uw adresgegevens noteren, dan kunt u gelijk lid worden. . .”
“Lid worden? Omdat ik een prijs heb gewonnen? Daar heb ik nog nooit van gehoord.”
“Ja, u moet lid worden, want anders mogen we uw gewonnen prijs niet opsturen.”
“Ik moet niks. En u liegt tegen mij.”
“Liegen? Nee, meneer. Ik lieg niet.”
“Jawel. U zegt dat ik een prijs heb gewonnen, maar eigenlijk is het gewoon een welkomstgeschenk. Ik word lid en dan krijg ik een presentje. Dat heet een welkomstgeschenk en geen prijs.”
“Als u het zo wil zien, heb ik er geen bezwaar tegen, meneer.”
“Dat snap ik, zolang u maar verkopen kan. Ik ben benieuwd hoeveel mensen daar intrappen.”
“Het zal u verbazen hoeveel mensen daar intr. . . gebruik van maken, meneer.”
“Tja, dan hebben ze wel een welkomstgeschenk gewonnen, maar zitten ze ook met een lidmaatschap aan hun kont.”
“Maar ik zou nog even uw adres noteren, zodat we u de prijs op kunnen sturen.”
“En mij gelijk lid maken zeker?”
“Ja, dat hoort bij elkaar.”
“Weet u wat? Stuurt u mij maar een brief waar u mij om mijn adresgegevens vraagt. Als ik die brief heb ontvangen, zal ik hem invullen en gelijk lid worden. Ik wens u nog een prettige dag.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten