dinsdag 27 december 2011

Stadsmobiel (1)

Dit stukje is geïnspireerd door een schrijven van Willeke over het OLVG en Sint Jacob in Amsterdam.

Jaren geleden werkte ik bij de VZA in Amsterdam en heb ik een tijdje voor Stadsmobiel in Amsterdam en omstreken rond gereden. Mensen met een lichamelijke en/of verstandelijk beperking en bejaarden konden voor een kleine prijs door heel Amsterdam en omstreken vervoerd worden. Van deur tot deur. Stadsmobiel had ook afspraken met een aantal ziekenhuizen in Amsterdam over vervoer van deze mensen. Als de polikliniek open is en zolang er bezoekuur is, staat één keer per uur een busje van Stadsmobiel bij het ziekenhuis om mensen, die weer naar huis willen, weg te brengen. De mensen konden gewoon het busje instappen, hun pasje afgeven aan de chauffeur en dan bepaalde de chauffeur de route en de prijs. Stadsmobiel had ook zo’n afspraak met het OLVG in Amsterdam.

Mensen die het OLVG in Amsterdam kennen, weten dat de hoofdingang jaren geleden verplaatst is naar de zijde van het Oosterpark. Voor de deur stopt een tram en bus, en is er een fietspad en een voetpad. Auto’s mogen er niet komen. Taxi’s en Stadsmobiel mogen wel over de trambaan rijden, maar niet stoppen om mensen in en uit te laten stappen. Als iemand bij het OLVG weggebracht of opgehaald moest worden, stond de auto een kleine 75 meter bij de hoofdingang vandaan.
Voor mij, als chauffeur van Stadsmobiel, was dat erg lastig. Er konden 8 mensen mee en als ik pech had, kon ik ze alle 8 ophalen uit de centrale hal van het OLVG. Omdat Stadsmobiel hoofdzakelijk ouderen en gehandicapten vervoerd, komt het heel vaak voor dat je deze mensen moet helpen of moet ondersteunen. En dan lijkt 75 meter niet zo ver, maar als ik alle 8 de mensen, wat zeer regelmatig voorkwam, moest halen, liep ik in totaal 16 keer die 75 meter. En een beetje doorlopen is er niet bij, want de ouderen en gehandicapten lopen niet zo snel. Soms duurde het een half uur voor ik alle passagiers had en weg kon rijden. En dan zou ik ze binnen een half uur weggebracht moeten hebben en weer terug zijn bij het OLVG om de volgende patiënten op te halen die naar huis willen. Vaak was het geen doen, en waren de chauffeurs ook vaak te laat terug bij het OLVG.

Op een avonddienst kreeg ik een telefoontje van de planners van Stadsmobiel. Of ik even naar het OLVG wilde rijden om iemand op te halen. Ik keek op de klok en zag dat het 21.30 uur was. De poliklinieken waren al gesloten en het bezoekuur was al geweest. Ik vroeg wat er aan de hand was en kreeg een heel verhaal te horen.
Het verzorgingstehuis, het Sint Jacob, had Stadsmobiel gebeld om een bewoonster van hun. Die was in de ochtend naar de polikliniek gebracht en ze was nog steeds niet terug. Stadsmobiel had contact met het OLVG opgenomen en de vrouw bleek nog steeds in de centrale hal te zitten.

Ik ben er heen gereden en in de centrale hal van het OLVG riep ik de naam van de vrouw en meldde daar ook bij dat ik van stadsmobiel was. Ik kreeg geen reactie en riep het nog een paar keer en onderwijl liep ik een rondje door de centrale hal heen.
Ergens in een hoekje zag ik een oudere vrouw zitten. Ik liep er heen en zij bleek de vrouw te zijn die ik mee moest nemen. Er kwam geen woord uit bij die vrouw, ze reageerde op geen enkele vraag van mij. Maar toen ik haar vertelde dat ze met mij mee mocht en ik haar naar huis zou brengen, hoorde ik een diepe zucht van verlichting, maar de vrouw sprak geen enkel woord.
De vrouw kon ook niet overeind komen, ze kon gewoonweg niet fatsoenlijk staan en als de poliklinieken dicht zijn, staan de leenrolstoelen achter slot en grendel om diefstal in de nachtelijke uren te voorkomen. Er valt wat voor te  zeggen, want zo goedkoop zijn ze niet, maar nu had ik er één nodig. Bij de balie van het OLVG kreeg ik te horen dat zij er niet bij konden en dat ze de volgende ochtend om half 8 weer gepakt werden.

Ik kan die vrouw niet die 75 meter laten lopen en ik kan haar ook niet dragen. Ik heb mijn baas gebeld en gevraagd wat ik nu met deze klant aan moest. Mijn baas had ook geen oplossing, maar we waren het wel eens dat deze vrouw terug naar het verzorgingshuis moest.
De baas nam contact op met Stadsmobiel en zij stelden voor dat ik de bus dan maar op de stoep bij de hoofdingang moest zetten, dan hoefde de vrouw niet ver te lopen. Ik vertelde de vrouw wat ik ging doen en 5 minuten later was ik weer bij haar terug. Langzaam, voetje voor voetje, liepen we naar buiten en hielp ik haar in de bus. Nadat ik zelf was ingestapt, zag ik een welbekend geel papiertje achter mijn ruitenwisser zitten.
Ja, hoor . . . ik had een bekeuring omdat ik op de stoep had geparkeerd.

Na wat rondbellen en wat liederlijke taal in de vorm van scheldkanonnades van mijn kant, was het duidelijk dat ik zelf die bekeuring moest betalen, want ik had de bus daar zelf neergezet. Ik nam gelijk een besluit: dit zou mijn geen tweede keer gebeuren.

Een week later was ik ’s morgens op kantoor van Stadsmobiel. We moesten daar elke ochtend heen om te horen wat je ging doen. Ik kreeg die ochtend te horen dat ik de hele dag de ritten van en naar het OLVG zou doen. Ik keek de man eens aan, het was dezelfde planner die een week eerder mijn liederlijke taal door de telefoon had gehoord, en vertelde hem dat ik maar naar huis ging.
De planner keek mij verbaasd aan.
“Ben je het gesprek van vorige week vergeten? Het gesprek waarin ik jou vertelde dat je me geen ritten van en naar het OLVG meer hoeft te geven, omdat ik die niet meer doe?”
“Jullie zeggen wel vaker wat, en uiteindelijk doen jullie het toch.” was zijn antwoord.
“Dat klopt.” zei ik, “Ik heb gezegd dat ik die ritten niet meer doe en als jullie ze wel geven, dat ik dan naar huis ga. Dus je hebt nu de kans om mij andere ritten te geven, of ik ga naar huis.”
“Jij rijd OLVG.”
“Oké, ik meld me morgen wel weer.”
Ik draaide me om en liep naar mijn bus.

Nog voor ik het terrein van Stadsmobiel was afgereden, belde mijn baas al.
“Ik weet dat je gek bent, maar wat flik jij nu?”
“Niks bijzonders, ik kom alleen maar mijn afspraken na. Iets wat Stadsmobiel niet doet. Maar ik ben onderweg naar je toe, spreek je zo wel.”

Mijn baas wist ook wat er de week ervoor afgespeeld had en dat ik de bekeuring had gekregen. Mijn baas wist ook dat ik de ritten van het OLVG niet meer wilde doen.
Het was voor mij heel makkelijk, want ik werkte op een nul-uren basis. Ik krijg alleen de gewerkte uren betaald. En als er geen werk is, kunnen ze mij ook zo naar huis sturen. Het voordeel voor mij was dat ik zelf mijn uren om te werken kon bepalen. En dat deed ik nu dus.

Mijn baas en ik hebben een tijdje in zijn kantoor zitten kletsen en, helaas voor hem, ik veranderde niet van gedachten. In de afgelopen maanden had ik al meerdere malen woorden met de planning van Stadsmobiel gehad over afspraken die zij niet nakwamen. Afspraken die ik wel na kwam. En dat was ik nu spuugzat. Ik wilde best voor Stadsmobiel rijden, maar zou het zeer wenselijk vinden als ik normaal behandeld zou worden en dat Stadsmobiel de gemaakte afspraken tussen hun en mij na zouden komen.
Mijn baas belde met Stadsmobiel en even later was ik onderweg naar het kantoor van Stadsmobiel. Daar heb ik ze duidelijk gemaakt dat ik de afspraken na kom en zij niet en als zij dat niet doen, ga ik naar huis. Toen ze dat begrepen, wat toch al snel een uurtje duurde, kreeg ik te horen dat ik de ritten van het OLVG nooit meer hoefde te doen, behalve dan individueel een klant er heen brengen, of ophalen. Maar geen reguliere elk uur ritten meer.

N.B. Door personeelsgebrek bij Sint Jacob, was de vrouw ’s morgens naar de polikliniek van het OLVG gebracht. Daarna is de medewerkster van het Sint Jacob weer teruggegaan naar haar werkplek en zou haar later weer ophalen. Alleen was zij dat vergeten en toen die vrouw gemist werd, was de dienst van deze medewerker al om en was ze al naar huis.
De vrouw was dementerend en niet in de mogendheid om voor zichzelf op te komen.

1 opmerking:

  1. Lekker geregeld en past perfect in de monopolie positie die bedrijven en overheidsorganen denken te hebben..

    Slecht voor de mens..

    BeantwoordenVerwijderen