De volgende morgen zat ik in de wachtkamer van de dokter.
Vol ongeduld, ik wilde weten wat er in de brief stond.
Vol ongeduld, ik wilde weten wat er in de brief stond.
De brief die ik met beide handen vast hield.
De dokter riep mij naar zijn spreek kamer.
Nerveus ging ik tegenover hem zitten.
De dokter maakte de enveloppe open en begon te lezen.
“Gefeliciteerd.” zei hij, “Je hebt een H5 opgelopen.”
Verbaasd keek ik de dokter aan.
“Wat is nu een H5?” wilde ik weten.
“De H staat voor gehoor. De 5 geeft aan dat je nu naar huis mag.”
“Je bedoeld dat jullie geen gebruik meer willen maken van mijn diensten?”
“Klopt. Je bent vanaf nu weer gewoon burger. Dus ik zal maar snel dit uniform uittrekken en je burger kleren aan doen. Dan alles inleveren en dan mag je naar huis.”
“Je bedoeld dat jullie geen gebruik meer willen maken van mijn diensten?”
“Klopt. Je bent vanaf nu weer gewoon burger. Dus ik zal maar snel dit uniform uittrekken en je burger kleren aan doen. Dan alles inleveren en dan mag je naar huis.”
Blijer kon de dokter mij niet maken, al zal ik wel mijn briefjes missen.
“Maar voor je gaat, wil ik je nog iets vragen.”
“Vraag maar.”
“Volgens mij ben jij niet echt doof en doe je maar net alsof.”
Ik wachtte tot de dokter verder ging, want ik had nog geen vraag gehoord.
Ik wachtte tot de dokter verder ging, want ik had nog geen vraag gehoord.
“En wat is nu de vraag?” vroeg ik uiteindelijk.
“Ik zou graag weten of dat klopt.”
“Dat kan je beter aan de dokter in Utrecht vragen. Ik weet niet wat hij in die brief heeft gezet, maar hij is de deskundige. Ik zou het echt niet weten.”
“Het was voor mij al snel duidelijk dat jij een spelletje speelde en dat je helemaal geen last van je oren hebt. Maar zolang het binnen de regels valt, zal ik er niks aan kunnen doen. Wil ik er ook niks aan doen, ik vind het wel prima.”
“Dat kan je beter aan de dokter in Utrecht vragen. Ik weet niet wat hij in die brief heeft gezet, maar hij is de deskundige. Ik zou het echt niet weten.”
“Het was voor mij al snel duidelijk dat jij een spelletje speelde en dat je helemaal geen last van je oren hebt. Maar zolang het binnen de regels valt, zal ik er niks aan kunnen doen. Wil ik er ook niks aan doen, ik vind het wel prima.”
Op de terugweg naar mijn kamer, bedacht ik me dat ik nog afscheid wilde nemen van mijn sergeant, maar ik wist niet waar hij was. Mijn maten waren bezig met de stormbaan, dus heeft mijn sergeant even vrijaf.
Ik ben naar het kantoor van de vaandrig gelopen en heb aan hem gevraagd waar mijn sergeant kon zijn. De vaandrig pleegde een telefoontje en ik werd daarna naar de officierskantine gestuurd.
Ik zag mijn sergeant aan een tafeltje zitten, met een bak koffie in zijn handen. Er zaten nog meer sergeants aan het tafeltje, ook die vervelende oorbeltrekker. Ik liep naar het tafeltje en mijn sergeant toe.
“Sergeant?”
“Sergeant?”
De sergeant keek mij bevreemd aan.
“Ik kom afscheid nemen. Ik ga naar huis.”
“H5?” vroeg hij met een glimlach op zijn gezicht.
“Ja. Ik schijn doof te zijn.”
De sergeant keek de vervelende oorbeltrekker aan.
“Dat word dokken. Ik heb de weddenschap gewonnen.”
De vervelende oorbeltrekker bromde wat.
“Ik zei het je toch al? Ik ken deze soldaat goed genoeg om te weten dat hij deze periode niet af zou maken en eerder naar huis zou gaan.”
Samen met de sergeant liep ik richting de stormbaan.
De sergeant praatte even met de sportsergeant en daarna werd het hele peloton bij elkaar geroepen. Ik mocht even afscheid nemen van mijn maten.
Tegen de sportsergeant zei ik dat het mij zeer speet dat ik niet langer mee kon doen met zijn spelletjes. Hij bromde wat terug, dat was weer eens wat anders dan dat geschreeuw van hem. Of zou hij inmiddels doorhebben dat ik harder kon schreeuwen dan hem?
Daarna heb ik mijn ‘burgerkloffie’ aangetrokken en heb mijn spullen ingeleverd. Op mijn militaire regenjas na, want die stond niet op de lijst.
Het schijnt zo te zijn dat het wapen goed geolied ingeleverd moet worden. Een wapen wat ik nog nooit gebruikt had, nooit heeft mogen gebruiken. Dus ik leverde het in zoals ik het gekregen had, maar daar nam de sergeant van de wapenkamer geen genoegen mee. Hij vond hem niet geolied genoeg. Hij vond, ookal was ik inmiddels weer een gewone burger, dat ik het wapen goed moest oliën.
Aan dat verzoek heb ik kunnen voldoen. Voor de ogen van de sergeant van de wapenkamer heb ik het wapen met twee vingers bij de loop gepakt en een flesje olie leeg gegoten in de loop. Na ongeveer driekwart flesje olie leeggegoten te hebben, kwam bij de kolf de olie er weer uit. Al druipend van de olie gaf ik het wapen terug aan de sergeant van de wapenkamer.
Hij was het er niet mee eens en liet dat op luide toon horen.
Hij wist niet dat ik voor stemverheffing ongevoelig ben. Misschien komt dat wel omdat ik H5 heb . . .
Eindelijk had ik de kazerne verlaten en reed in mijn eigen auto richting huis.
Opeens bedacht ik me dat ik een weddenschap met mijn zwager had gewonnen. We hadden een weddenschap afgesloten dat ik weer uit dienst zou zijn voor zijn verjaardag en als dat zo was, zou ik een fles goede whisky krijgen. En zo niet, dan zou ik hem een fles whisky verschuldigd zijn. En morgen is hij jarig . . .
Ik ben weer een burger . . .
Mijn militaire dienstplicht zit er weer op . . .
Na zes weken . . .
En één dag !!
Netjes hahaha...H5.. Heeft mijn man ook of is het nou oostindisch doof!
BeantwoordenVerwijderenGeen van beide . . .
VerwijderenNoemen ze meer "selectief luisteren".